boom bord nooduitgang

hOE IK MIJN GEVOEL NEGEERDE EN LEERDE GRENZEN STELLEN

Ken je dat, het gevoel dat dingen je overspoelen en alles bij elkaar te veel is? Dat je het liefst weg wilt? Of wegkruipen in een hoekje of onder de dekens om je er helemaal van af te sluiten?

Ik had het een paar jaar terug, toen ik eigenlijk al burn-out* was, regelmatig. Prikkels – zowel geluiden als bewegingen – waren me al gauw te veel. Hieronder lees je een situatie waarin het zover kwam en hoe het mij hielp in het proces om te leren mijn grenzen aan te geven.

VERGADEREN

In mijn vorige werk was ik docente Grieks en Latijn. Aan het eind van het schooljaar waren de overgangsvergaderingen. Daarin wordt vooral gesproken over of leerlingen al dan niet over kunnen naar het volgende jaar. Voor een aantal hangt het er soms om. Iedereen die dat jaar de klas heeft lesgegeven zit erbij. Een lokaal vol docenten dus.

Ik was op zijn zachtst gezegd niet in mijn beste doen – ik was immers al burn-out, maar daar wilde ik zelf (nog) niet aan. Vanwege gedeeltelijke ziekmelding werkte ik in overleg de maanden daarvoor al wat minder. Toch wilde ik deze dag wel vol aanwezig zijn. Tijdens het vergadermoment over een klas ging het redelijk, want er werd veel om de beurt gesproken. Af en toe was er wel eens wat discussie of onenigheid, maar zolang de gesprekken op normaal geluidsniveau bleven, vond ik dat niet vervelend.

TE VEEL PRIKKELS

Zodra het ene leerjaar echter afgerond was en docenten in- en uit liepen om met de volgende club bij elkaar te zitten, ging het mis. Hard geroezemoes, een soort ruis. Het was mij op dat moment eigenlijk te veel. Al dat heen- en weer geloop en vooral het praten in allerlei groepjes in het hele lokaal. Mijn hoofd kon het niet hebben. En tóch bleef ik zitten. Want ik dacht: ik zit hier voor de leerlingen. Zij verdienen het dat de vergadering een compleet en eerlijk beeld krijgt en daar hoort ook mijn indruk van de leerling bij. Dus ik deed alsof ik geen nooduitgang had en ik bleef. En dat een aantal keren achter elkaar.

VERDRIETIG EN BOOS

Ik negeerde mijn grens die dag ontzettend. Gevolg: na de laatste vergadering wist ik niet hoe snel ik weg moest komen. Spullen in mijn tas gepropt, vlug-vlug het lokaal uit en in mijn eentje snelde ik richting de uitgang en naar mijn auto. Het zal je niet verbazen dat ik eenmaal buiten vol met tranen stond. Alle opgekropte spanning kwam eruit. Ik voelde me zo gestresst. Ook boos op mezelf omdat ik èn zo’n vergadering niet vol kon houden èn dat ik het zo ver had laten komen. Verdrietig en teleurgesteld in mijzelf was ik. En dan ook nog foeteren op mijzelf omdat ik vond dat ik moest kalmeren voor ik in de auto stapte.

Terugkijkend denk ik nu: wat heb ik het mijzelf moeilijk gemaakt. Wat nou als ik tegen de teamleider had gezegd dat het echt niet goed ging in het lokaal en dat ik er even uit moest? Op tijd een time-out nemen? Overleggen wanneer ik zou proberen om er weer bij te komen zitten? Of weggaan en accepteren dat kiezen voor mijn gezondheid soms betekent dat ik een ander teleurstel? Dat laatste was beter geweest, dat zie ik nu wel. Toen kon ik dat niet zien.

SIGNALEN ZIJN ER NIET VOOR NIETS

Ik bleef zitten en zei daarmee figuurlijk ‘ja’ tegen de leerlingen en onbewust ‘nee’ tegen mijzelf. Ik negeerde mijn eigen belang. Vanuit verantwoordelijkheidsgevoel en loyaliteit. Dat ik het nodig had om eens loyaal te zijn naar mijzelf, dat kwam niet in mij op. Ik was toch zeker niet echt ziek, ik kon toch wel zitten, praten en naar gesprekken luisteren? Technisch gezien wel, ja. Maar eigenlijk gaf mijn lijf al genoeg signalen dat ik het niet moest doen. Willen wegvluchten uit een situatie (al is het door je ogen en oren af te schermen) is een duidelijk teken. Ik had er naar mogen luisteren en ‘nee’ tegen mijn omgeving mogen zeggen. Dat is niet makkelijk, maar je kunt het oefenen.

WAT IK ERVAN LEERDE OVER GRENZEN STELLEN

Mijn tip is dus: gun het jezelf om jouw gevoel over je grenzen serieus te nemen. Als je voelt ‘dit gaat eigenlijk niet’, dan is dat zo. Doe er iets mee. Zeg het bijvoorbeeld tegen een ander. Door iets uit te spreken, wordt het vaak ‘echter’ en negeer je het niet zo makkelijk meer. Wie weet lukt het om zelf ‘nee’ te zeggen of jouw grens uit te spreken. En is het fout gegaan? Dan is dat zo en leer je daar weer van.

Ik leerde enorm van die vergaderdag. Dat bleek wel een week later. Toen was de afsluitende vergadering van het jaar. Wat deed ik toen? Ik heb vooraf overlegd met mijn teamleidster. Ik had haar al verteld hoe het de week ervoor was gegaan. Ik uitte mijn twijfels over of ik die dag aan zou kunnen en hoe dan. Ze begreep het en samen besloten we dat ik helemaal niet zou gaan. Het doel was kiezen voor mijn gezondheid en daarom was dit de juiste keuze. Ik had mijn eigen grens een beetje beter leren aanvoelen en dat voelde als een enorme winst!

 

* De term burn-out is geen officiële diagnose ín het handboek DSM-V. Het wordt soms ten onrechte gebruikt. De diagnose die ik kreeg, was dan ook ‘somatisch symptoom stoornis‘.